Artikel 1:
Er wordt vanaf 1 januari 2025 ten bate van de Gemeente Etterbeek voor een termijn vervallend op 31 december 2025, een jaarlijkse belasting geheven op de aanplakborden en op de publiciteitspalen op het grondgebied van de gemeente Etterbeek.
Artikel 2:
Voor de uitvoering van dit reglement, moet men onder aanplakbord verstaan, elke constructie die zich om het even waar in open lucht bevindt, zichtbaar is vanaf de openbare weg en bestemd om publiciteit te ontvangen door aanplakking, aanhechting, beschildering of projectie.
Artikel 3:
De belasting op de aanplakborden heeft als basis de nuttige oppervlakte van het bord, d.w.z. de oppervlakte die gebruikt kan worden voor het aanbrengen van de affiches met uitzondering van de omlijsting.
Artikel 4:
De belastingvoet op de aanplakborden is vastgesteld op € 115,00 per vierkante meter nuttige oppervlakte per jaar.
De belastingvoet op de aanplakborden die worden verlicht door een verlichtingssysteem in het bord is vastgelegd op € 290,00/m²/jaar.
Elke fractie van m² wordt afgerond naar boven.
De belastingvoet op de publiciteitspalen is vastgesteld op € 1.700,00 per eenheid, per jaar.
Artikel 5:
De belasting is in de eerste plaats verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht het bord of de publiciteitspaal te gebruiken; zo de gebruiker niet is gekend, is de belasting subsidiair verschuldigd door de eigenaar van het bord of van de publiciteitspaal.
Artikel 6:
In geval van plaatsing of wegneming van een bord of van een publiciteitspaal in de loop van het dienstjaar, wordt de belasting berekend naar rato van het aantal effectieve maanden dat het bord of de publiciteitspaal bestaan heeft. Elke begonnen maand telt voor een volledige.
Artikel 7:
Worden van de belasting vrijgesteld:
- de borden voor eigen rekening gebruikt door de publiekrechtelijke rechtspersonen, de V.Z.W.’ s of de instellingen van openbaar nut;
- de borden en de publiciteitspalen die occasioneel geplaatst worden tijdens plaatselijke feestelijkheden;
- de borden met een nuttige oppervlakte kleiner dan 3 vierkante meter.
Artikel 8:
Het gemeentebestuur zendt naar de belastingplichtige een aangifteformulier dat deze gehouden is terug te zenden, na het behoorlijk ingevuld, gedagtekend en ondertekend te hebben voor de vervaldag vermeld op dit aangifteformulier. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 15 januari van het jaar dat volgt op dat van het jaar waarop de belasting slaat, aan het gemeentebestuur aangifte te doen van de elementen nodig voor de belasting.
Artikel 9:
Bij gebrek aan aangifte binnen de in het reglement gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd overeenkomstig de bepalingen vervat in artikel 7 van de ordonnantie van 3 april 2014. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Artikel 10:
Iedere belastingplichtige moet, op verzoek van het bestuur en zonder verplaatsing, alle boeken en bescheiden voorleggen die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de belasting.
De belastingplichtigen moeten eveneens de vrije toegang verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen, die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend, aan de ambtenaren die overeenkomstig artikels 5 en 6 van de ordonnantie van de 3de april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen
Tot particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben deze ambtenaren maar alleen toegang tussen vijf uur ‘s morgens en negen uur ‘s avonds, en mits machtiging van de politierechter.
Artikel 11:
Het kohier van de belasting wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar, door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 12:
De belasting wordt ingevorderd door de Gemeenteontvanger overeenkomstig de bepalingen vervat in de ordonnantie van 3 april 2014.
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014, en voor alles wat niet geregeld zou worden door onderhavig reglement, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek der Inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van het Wetboek, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen, alsook de gewestelijke bepalingen die verwijzen naar het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen of alle gewestelijke bepalingen betreffende de lokale fiscaliteit van toepassing.
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtige.
Artikel 13:
De geschillen worden geregeld in overeenstemming met de beschikkingen van het algemeen reglement die deze materie beheren
Wat betreft de materiële fouten die het gevolg zijn van dubbel geboekte posten, rekenfouten of cijferfouten, enz… die te wijten zijn aan de bedienden van het gemeentebestuur, kan de belastingplichtige daarvan de rechtzetting vragen bij het gemeentebestuur, zolang de gemeenterekening waarop de belasting betrekking heeft niet is goedgekeurd door de toezichtoverheid.