Het is een feit: na de overgang naar het winteruur stijgt het aantal voetgangers die ernstig gewond raken of overlijden met 57 procent. En met 80 procent in Brussel. Alle weggebruikers krijgen hiermee te maken. Het is dus heel belangrijk om je vragen te stellen bij je eigen zichtbaarheid, ongeacht het vervoermiddel waarmee jij je verplaatst. Hier zijn wat tips van de politiezone Montgomery.

Automobilisten en anticiperen

Als je weet dat 90 procent van de informatie via het zicht wordt doorgegeven en dat slecht weer je zicht vermindert, is het belangrijk om je snelheid aan te passen en te anticiperen op mogelijke gevaren (fietsers zonder licht, voetgangers die op het laatste moment oversteken).

Ook de zichtbaarheid van automobilisten is uiterst belangrijk. Dat wil zeggen: een vrijgemaakte voorruit, ruiten zonder condens, efficiënte ruitenwissers en werkende koplampen. Koplampen die niet goed uitgelijnd of afgesteld zijn, kunnen andere bestuurders verblinden en je eigen zichtbaarheid verminderen.

Fietsers en van richting wijzigen

's Nachts wordt het belang van de verplichte uitrusting voor fietsers duidelijk. Een helm wordt sterk aanbevolen en kan tegelijkertijd ook worden gebruikt om een extra licht te dragen. Geen richtingaanwijzer op de fiets? Geen licht aan je arm? Draag dan bijvoorbeeld een reflecterende polsband en reflecterende handschoenen.

Wat veiligheid betreft, worden bestuurders van steps gelijkgesteld met fietsers. Om het aantal ongevallen te verminderen, is het belangrijk dat fietsers en steppers een fluohesje en een helm dragen. Net als fietsers moeten steppers gebruik maken van de fietspaden als die er zijn.

Tot slot mogen motorrijders en scooterrijders niet vergeten hun koplampen en richtingaanwijzers te controleren. Daarnaast zal een uitrusting met reflecterende accessoires, een vest met hoge zichtbaarheid of ledverlichting hun veiligheid verhogen.

Voetgangers en oversteken

In de winter zijn voetgangers de eerste slachtoffers van de slechte zichtbaarheid. Bij druk verkeer kunnen stilstaande of geparkeerde voertuigen het zicht belemmeren van een voetganger die wil oversteken. Daardoor kan het gebeuren dat een andere weggebruiker (fietser of automobilist) hem niet op tijd heeft gezien om hem te ontwijken.

Of je nu een jogger of een voetganger bent, je kunt het beste lichtgekleurde kleding en reflecterende banden dragen. Bij droog weer is een voetganger op minstens 150 meter afstand zichtbaar. Met donkere kleding zal een automobilist hem pas op 20 meter zien. En dat terwijl de minimale remafstand voor een auto bij 50 km per uur 26 meter bedraagt.

Ter herinnering: als er een oversteekplaats aanwezig is op minder dan 20 meter afstand, moet de voetganger die gebruiken.

Samengevat: denk in alle omstandigheden aan je zichtbaarheid. Zo bescherm je jezelf en andere weggebruikers!