Reglement - Belasting op de verblijven andere dan het hoofdverblijf

Artikel 1:

Er wordt vanaf 1 januari 2025 ten bate van de Gemeente Etterbeek voor een termijn vervallend op 31 december 2025, een jaarlijkse belasting geheven op de verblijven andere dan het hoofdverblijf.

Artikel 2:

Onder verblijf ander dan het hoofdverblijf moet men verstaan: elke privéwoning, waarover de gebruiker, niet ingeschreven in de bevolkingsregisters op dit adres te allen tijde al dan niet tegen betaling kan beschikken hetzij in hoedanigheid van eigenaar, huurder of gebruiker.

Wordt geacht over een verblijf ander dan het hoofdverblijf te beschikken, en is dus belastingplichtig, de persoon, niet ingeschreven in de bevolkingsregisters van Etterbeek op het belastbare adres, die het kan betrekken en dit welke ook de frequentie of de duur van de bezetting is gedurende het belastingjaar. Hetzelfde geldt voor de personen, niet ingeschreven in de desbetreffende registers, die een commerciële activiteit of een vrij beroep uitoefenen te Etterbeek en er kunnen beschikken over een privé woning buiten de lokalen bestemd voor de uitoefening van de beroepsactiviteit.

De hoofdgebruiker van de plaatsen wordt geacht er zich het gebruik van voor te behouden indien hij de verhuring of de beschikking ervan door derden of de gehele en bestendige leegstand ervan niet kan bewijzen.

Voor de toepassing van deze belasting worden als ingeschreven in de bevolkingsregisters beschouwd: de ambtenaren en de overige personeelsleden van internationale instellingen en hun familieleden die hun hoofdverblijf hebben in de gemeente en die, krachtens hun speciaal statuut, vrijgesteld zijn van inschrijving in de bevolkingsregisters.

Artikel 3:

De belasting bedraagt € 400,00€/trimester en per verblijf. De belasting is verschuldigd voor het volledige trimester welke ook de begin- of einddatum van de beschikking weze en welke ook de frequentie of de duur van de bezettingen gedurende de beschikking van het verblijf ander dan het hoofdverblijf weze.

Nochtans zal de belastingplichtige die kan bewijzen dat hij over het bewuste verblijf niet langer heeft beschikt dan negen opeenvolgende maanden lopende over twee verschillende belastingjaren, slechts voor één enkel dienstjaar belast worden.

De trimesters worden als volgt onderverdeeld:

  • 1e trimester: van 1 januari tot en met 31 maart van het aanslagjaar.
  • 2e trimester: van 1 april tot en met 30 juni van het aanslagjaar
  • 3e trimester: van 1 juli tot en met 30 september van het aanslagjaar
  • 4de trimester: van 1 oktober tot en met 31 december van het aanslagjaar

Artikel 4:

Vallen niet onder de toepassing van onderhavig reglement:

  1. personen die verblijven in rust- en verzorgingstehuizen op het grondgebied van Etterbeek;
  2. personen van derde leeftijd die in erkende rusthuizen verblijven op het grondgebied van Etterbeek;
  3. gehandicapten die verblijven in centra voor opvang van gehandicapten op het grondgebied van Etterbeek;
  4. de studenten die een attest voorleggen waaruit blijkt dat ze, gedurende het belastingjaar, regelmatig een onderwijs met volledig leerplan volgen of nog kinderbijslaggerechtigd zijn.

Artikel 5:

De telling van de belastbare elementen gebeurt door het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur zendt naar de belastingplichtige een aangifteformulier dat deze gehouden is terug te zenden, na het behoorlijk ingevuld, gedagtekend en ondertekend te hebben voor de vervaldag vermeld op dit aangifteformulier. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet spontaan bij het gemeentebestuur aangifte doen van de elementen nodig voor de belasting en dit binnen de maand nadat hij zich gevestigd heeft op het grondgebied van de gemeente.

De verklaring blijft geldig tot haar intrekking schriftelijk betekend aan het gemeentebestuur. Bij gebrek aan de dergelijke intrekking zal de inkohiering voortgezet worden.

Artikel 6:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in het reglement gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd overeenkomstig de bepalingen vervat in artikel 7 van de ordonnantie van 3 april 2014. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Artikel 7:

Iedere belastingplichtige moet, op verzoek van het bestuur en zonder verplaatsing, alle boeken en bescheiden voorleggen die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de belasting.

De belastingplichtigen moeten eveneens de vrije toegang verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen, die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend, aan de ambtenaren die overeenkomstig artikels 5 en 6 van de ordonnantie van de 3de april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen

Tot particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben deze ambtenaren evenwel alleen toegang tussen vijf uur ‘s morgens en negen uur ‘s avonds, en mits machtiging van de politierechter.

Artikel 8:

Het kohier van de belasting wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar, door het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 9:

De belasting wordt ingevorderd door de Gemeenteontvanger overeenkomstig de bepalingen vervat in de ordonnantie van 3 april 2014.

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014, en voor alles wat niet geregeld zou worden door onderhavig reglement, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek der Inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van het Wetboek, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen, alsook de gewestelijke bepalingen die verwijzen naar het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen of alle gewestelijke bepalingen betreffende de lokale fiscaliteit van toepassing.

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtige.

Artikel 10:

De geschillen worden geregeld in overeenstemming met de beschikkingen van het algemeen reglement die deze materie beheren

De bezwaren die betrekking hebben op de rechtzetting van dubbel geboekte posten, rekenfouten of cijferfouten, enz…die te wijten zijn aan de bedienden van het Gemeentebestuur, kunnen nochtans worden ingediend zolang de gemeenterekening waarop de belasting betrekking heeft niet is goedgekeurd door de hogere Overheid.

Thématique