Biodiversiteit & ecosystemen

Steden spelen een centrale rol in de ecologische transitie. Etterbeek streeft ernaar om de rechtstreekse uitstoot van broeikasgassen met 55% te verminderen tegen 2030 in vergelijking met 2008 en tegen 2050 koolstofneutraal te zijn.

In november 2024 heeft Etterbeek een Klimaatactieplan (KAP) goedgekeurd om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en het grondgebied aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Het KAP, dat de steun krijgt van Brussel Leefmilieu, streeft naar een rechtvaardige, inclusieve en participatieve transitie. Het is opgebouwd rond negen thema’s: mobiliteit, gebouwen, hulpbronnen, economie, voeding, veerkracht, water, biodiversiteit en ecosystemen en bestuur. Het omvat operationele doelstellingen en concrete acties van de gemeentediensten. De dienst Klimaat coördineert het plan en waakt over een globale, evoluerende strategie op basis van cijfers.

Op het gebied van biodiversiteit en bescherming van ecosystemen legt het Klimaatplan van Etterbeek de nadruk op de bescherming van grondwater en bodems tegen verontreinigingsrisico’s, de ontwikkeling van het groene en blauwe netwerk en de bescherming van dieren in stedelijke omgevingen.

  • Zorgen voor een effectieve aansluiting van lozingspunten van huishoudelijk en niet-huishoudelijk afvalwater op het rioleringsnet.
  • Helpen bij de bescherming van de zee en kustgebieden via bewustmakingscampagnes (bijvoorbeeld de campagne “Hier begint de zee”).
  • Afvalwater beheren dat niet kan worden aangesloten op collectieve zuiveringsinstallaties.
  • Ervaringen en informatie delen met waterpartners en deze toegankelijk maken voor burgers.

  • Het herstel van beschadigde bodems bevorderen in onbebouwde open ruimten.
  • De bodemkwaliteit mee in overweging nemen van bij het begin van stadsprojecten en bodems van goede kwaliteit valoriseren bij ruimtelijke keuzes.
  • De bodems goed beheren om ze te bewaren.

  • Educatieve en sensibiliserende acties rond natuur organiseren en samenwerkingen tussen verenigingen versterken (natuurwandelingen, ecologische tuinworkshops, educatieve projecten rond “zero pesticiden”).
  • De gemeente vergroenen langs structurele assen en een netwerk van onderling verbonden groene ruimtes uitbouwen (groen netwerk).
  • Bestaande plantensoorten beschermen en inspelen op hun evolutie en kwetsbaarheid door klimaatverandering; invasieve soorten bestrijden
  • Een inventaris en een kaart maken van grote bomen, zieke bomen identificeren en ondersteunende maatregelen nemen (ruimere boomvakken, water geven, beschermen, kappen vermijden).
  • Zones met hoge biodiversiteit stimuleren, waar veel dier- en plantensoorten aanwezig zijn.
  • De biologische gezondheid van waterpunten waarborgen (zoals Hap).
  • Actieplannen opstellen om regionale soorten beter te beschermen (bv. soorten die nestelen in gebouwen, natte omgevingen, gele lis, bijen en wilde bestuivers).
  • Participatief ontwerp en beheer van groene ruimtes aanmoedigen.

    • De premie voor adoptie van huisdieren uit erkend asiel promoten.
    • De premie voor de sterilisatie, de identificatie en de vaccinatie van huiskatten promoten.
    • Dierenwelzijnsverenigingen ondersteunen via een “dierenwelzijnspremie”.

  • De luchtkwaliteit versterken in sterk vervuilde en gevoelige zones beter opvolgen.
  • Een communicatieplan opstellen over wat inwoners moeten doen bij pieken in de luchtvervuiling.

  • De bodemkwaliteit mee in overweging nemen bij gemeentelijke projectontwikkeling.
  • Het onderhoud van groene ruimtes aanpassen aan de klimaatverandering, door goede praktijken te bevorderen en geschikte plantensoorten te gebruiken.
  • Ecologisch beheer van de bodems verzekeren op gemeentelijke landbouwgronden (bijvoorbeeld via een charter voor gebruikers van de collectieve moestuinen).
  • Ecologisch bodembeheer toepassen op de begraafplaats.
  • Compensatiemaatregelen ontwikkelen bij lokale afname van biodiversiteitsdragers (zoals bomenkap of verharding).