Reglement - belasting op de aan huis verspreiding van niet nominatief geadresseerde publicitaire drukwerken

Artikel 1:

Er wordt vanaf 1 januari 2025 ten bate van de Gemeente Etterbeek voor een termijn vervallend op 31 december 2025, een belasting ingevoerd op de aan huis verspreiding van publicitaire bladen en kaarten met handelskarakter, catalogi, kranten en folders met publicitair handelskarakter, wanneer deze drukwerken niet nominatief geadresseerd zijn.

Artikel 2:

Deze bepalingen zijn van toepassing op de voor de bestemmelingen kosteloze verspreiding van niet nominatief geadresseerde publicitaire drukwerken, die toegankelijk zijn voor alle adverteerders of uitgaande van één enkele handelaar of van een groep van handelaars en die minder dan 70 % niet-publicitaire redactionele teksten bevatten.

Artikel 3:

Onder niet-publicitaire redactionele teksten dient men te verstaan:

De door journalisten geschreven teksten in de uitoefening van hun beroep voor zover niet expliciet of impliciet firma's of bepaalde producten worden vermeld;

De teksten die, op het niveau van de bevolking van de gemeente, een sociale rol spelen en algemene informatie verstrekken buiten de handelsinformatie of die een officiële informatie brengen van algemeen belang ten voordele van het gezag of het algemeen welzijn zoals hulpdiensten, openbare diensten, ziekenfondsen, ziekenhuizen, wachtdiensten (dokters, verpleegsters, apothekers) of inlichtingen van openbaar nut zoals gemeentelijke informatie en allerlei nationale en internationale berichten;

De algemene, regionale, politieke, sportieve, culturele, artistieke, folkloristische, literaire en wetenschappelijke berichten, alsook de berichten zonder handelskarakter;

De inlichtingen over erediensten, de aankondigingen van activiteiten, zoals feesten en kermissen, schoolfeesten, activiteiten van jeugdhuizen en culturele centra;

Notariële aankondigingen;

De advertenties uitgaande van particulieren aangaande roerende en onroerende transacties;

De werkaanbiedingen;

De verkiezingspropaganda.

Artikel 4:

Worden beschouwd als publicitaire teksten:

De artikels waarin expliciet of impliciet firma's of producten worden vermeld;

Degene die op een directe of verdoken manier de lezer verwijzen naar handelsreclame;

Degene die, op een algemene wijze, ernaar streven firma's, producten of diensten te vermelden, te laten kennen en aan te bevelen ten einde een handelstransactie te kunnen afsluiten.

Artikel 5:

Het percentage van 70 % niet-publicitaire redactionele teksten zal berekend worden rekening houdend met hun totaal ingenomen oppervlakte, met inbegrip van hun bijlagen zoals tekeningen, gravures of foto's in het publicitaire drukwerk in de volledige oppervlakte met inbegrip van de omslagpagina's.

Artikel 6:

De belasting is verschuldigd door de uitgever van de drukwerken die onder deze bepalingen vallen. De verdeler van de belastbare drukwerken is solidair verantwoordelijk voor het betalen van de belasting.

Artikel 7:

De belastingvoeten worden als volgt vastgesteld:

  1. Kaart en publicitair blad: € 0,02 per verdeeld exemplaar;
  2. Catalogus, krant of publicitaire folder: € 0,085 per verdeeld exemplaar.

Wordt beschouwd als catalogus, krant of publicitair folder, de verzameling door welke middel ook (nietje, plakken, inbrengen, of andere …) van minstens 2 bladen of kaarten.

De minimum belasting wordt vastgesteld op 25,00 per verdeling.

Van de betaling van de belasting zijn vrijgesteld de handelaars, woonachtig te of die hun maatschappelijke zetel hebben te Etterbeek, die in het kader van een commerciële actie (wijk, wijkmarkt, wijkkermis, solden,…) publicitaire drukwerken verspreiden met een maximumoplage van 2.000 exemplaren.

Het drukwerk mag niet groter zijn dan een blad of een kaart van A5 grootte en het aantal verspreidingen mag niet meer bedragen dan drie per jaar.

Artikel 8:

Op aanvraag van de belastingplichtige, mag het College van Burgemeester en Schepenen in geval van herhaalde verdelingen, een regime van forfaitaire maandelijkse heffing, naar rato van twaalfmaal per jaar, toekennen, ter vervanging van precieze bijdragen.

Artikel 9:

De belastingvoeten voor de maandelijkse forfaitaire belasting worden als volgt vastgesteld:

  1. Kaart en publicitair blad: € 460,00 per maand, welke ook het aantal verdeelde exemplaren in de loop van de maand mag zijn;
  2. Catalogus, krant of publicitaire folder: € 3.450,00 per maand, welke ook het aantal verdeelde exemplaren in de loop van de maand mag zijn.

Artikel 10:

De belastingplichtige is ertoe gehouden, ten minstens 15 kalenderdagen voor elke verdeling, een aangifte in te dienen, waarop alle nodige gegevens voor de belastingheffing vermeld zijn (een exemplaar van de te verspreiden publiciteit inbegrepen).

In geval van forfaitaire belasting, mag de bevoegde gemeentelijke overheid deze verklaring geldig maken tot intrekking. Deze moet schriftelijk betekend worden met een vooropzeg van een maand.

De belastingplichtige is ertoe gehouden alle documenten en inlichtingen te verstrekken om het controleren van zijn verklaring te vergemakkelijken.

Artikel 11:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in het reglement gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd overeenkomstig de bepalingen vervat in artikel 7 van de ordonnantie van 3 april 2014.

De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Artikel 12:

Het bedrag van de belasting wordt ter kennis van de belastingplichtige gebracht door een document waarbij hij uitgenodigd wordt de belasting te betalen binnen een termijn van 10 dagen, hetzij aan de gemeentekas, hetzij op een gemeentelijke bankrekening.

In geval van niet betaling binnen vastgestelde termijn wordt de belasting ingekohierd volgens bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014.

De betalingen verricht binnen de termijn waarvan sprake in al. 1 worden als contant betaalde belastingen beschouwd.

Artikel 13:

Het kohier van de belasting wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar, door het College van Burgemeester en Schepenen wanneer de belasting niet betaald is binnen de termijn voorzien in artikel 12.

Artikel 14:

De belasting wordt ingevorderd door de Gemeenteontvanger overeenkomstig de bepalingen vervat in de ordonnantie van 3 april 2014.

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014, en voor alles wat niet geregeld zou worden door onderhavig reglement, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek der Inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van het Wetboek, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen, alsook de gewestelijke bepalingen die verwijzen naar het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen of alle gewestelijke bepalingen betreffende de lokale fiscaliteit van toepassing.

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtige.

Artikel 15:

De geschillen worden geregeld in overeenstemming met de beschikkingen van het algemeen reglement die deze materie beheren

Thématique