Reglement-belasting op het bouwen, het herbouwen en de afsluitingen

Artikel 1:

Er wordt vanaf 1 januari 2025 en voor een termijn vervallend op 31 december 2025 een belasting ingevoerd op het bouwen, het heropbouwen, het verbouwen en het vergroten van gebouwen, afsluitingsmuren van enigerlei aard, de wijziging van de bestemming of het gebruik, van een gebouw in het algemeen of van een deel van een gebouw, om er een nachtwinkel of een handelszaak wier hoofdactiviteit erin bestaat communicatieapparatuur tegen vergoeding ter beschikking te stellen, in onder te brengen

Behoudens in de gevallen voorzien bij artikelen 3 en 6, heeft deze belasting als basis, het gebouwde, het heropgebouwde of vergrote volume. Dit volume wordt berekend volgens de hoogte en van as tot as met de gemeenschappelijke muren en de buitenzijde van de andere muren zonder onderscheid te maken tussen de gedeelten van de constructie die onder het wegniveau gelegen zijn en de gedeelten die boven dit niveau uitsteken.

De gedeeltelijke heropbouw geeft aanleiding tot de betaling van een belasting die het verschil als basis heeft tussen het nieuwe volume en het oude niet afgebroken volume.

De belasting is eveneens toepasselijk op de overdekte gedeelten van de gebouwen zelfs wanneer deze zijdelings open zijn, zoals loodsen, afdaken, terrassen, enz…

Zijn eveneens aan de belasting onderworpen, de bijgebouwen en aangelanden van het hoofdgebouw zoals pakhuizen, werkhuizen, zelfs deze die bestemd zijn om te dienen als bergplaatsen, toiletten, enz… en zelfs wanneer zij niet aan het hoofdgebouw vastzitten en afzonderlijk werden opgericht.

Bij verhoging van een bestaand gebouw, wordt de belasting berekend volgens de inhoud in kubieke meter van het bijgevoegde gedeelte.

Artikel 2:

§1: Het bedrag van de belasting op het bouwen, het heropbouwen, het verbouwen en het vergroten van gebouwen, is vastgesteld op € 1,65 per m³.

Voor de berekening van het belastbare volume, worden de breuken van m3 gerekend voor één eenheid.

§2: Het bedrag voorzien in paragraaf 1 wordt verdubbeld:

  • -Wanneer het gebouw meer dan 4 niveaus telt, de benedenverdieping (gelijkvloers) beschouwd zijnde als 1ste niveau. In het geval van een verhoging van een bestaand bijgebouw, wordt enkel rekening gehouden met het aantal niveaus van het betreffende bijgebouw
  • -Wanneer het gebouw of het gedeelte van het gebouw niet bestemd is voor woning

Onder woning wordt verstaan het geheel van de lokalen dat bestemd is voor de behuizing van een gezin (kelders, zolders, autobergplaatsen, en lokalen die niet voor bedrijf- of handelsdoeleinden bestemd zijn, inbegrepen).

In het geval van een gebouw opgetrokken langs een hellende straat of op een terrein dat uitgang geeft op meerdere openbare wegen gelegen op verschillende niveaus, is het als eerste niveau in aanmerking te nemen gelijkvloers datgene dat een directe uitgang heeft op de openbare weg gelegen op het laagste punt.

§3: Het minimum van de belasting berekend volgens de paragrafen 1 en 2 van dit artikel, mag niet lager zijn dan € 115,00.

§4: Bij overgangsmaatregel zal de berekening van de aanslag die moet toegepast worden voor het bouwen, het heropbouwen, het verbouwen en vergroten van gebouwen, waarvoor de vermoedelijke belasting in bewaring werd gegeven voor het in voege treden van dit reglement berekend worden volgens de bepalingen die van toepassing waren op de datum waarop de belasting werd in bewaring gegeven.

Artikel 3:

§1: Elke verandering aan de gevel van enigerlei gebouw geeft aanleiding tot de betaling van een belasting vastgesteld op € 35,00 per lopende meter.

Wordt voor de berekening van de belasting in aanmerking genomen, de gevel van het gedeelte van het gebouw waaraan een verandering werd aangebracht. Nochtans, de gevelveranderingen aan de gedeelten van de gebouwen die uitsluitend bestemd zijn als woonst zijn van de belasting vrijgesteld.

§2: Voor elke oprichting van afsluitingsmuren of -hekken langsheen de openbare weg of voor elke wijziging aan de afsluitingsmuren of -hekken, wordt een belasting geheven van € 35,00 per lopende meter.

Wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de belasting het gewijzigde gedeelte van de afsluitingsmuren of -hekken langsheen de openbare weg.

De belasting wordt eveneens toegepast op de afsluitingsmuren of -hekken van tuintjes die deel uitmaken van een zone "non aedificandi".

De belasting voorzien in de paragrafen 1 en 2 van dit artikel mag niet lager zijn dan € 58,00.

Artikel 4:

Voor het bepalen van de aan de gemeente verschuldigde belasting volgens de bepalingen van artikelen 2 en 3, zal de opmeting gebeuren door een bediende van de gemeente op basis van de plannen die door de belanghebbenden zijn ingediend.

Deze opmeting die als voorlopig dient te worden beschouwd zal, indien daartoe aanleiding bestaat, geschieden op definitieve wijze na het beëindigen van voornoemde werken, wanneer de eigenaar dat verlangt of wanneer de gemeente dit nodig zou achten.

Artikel 5:

Wanneer verschillende gedeelten van een gebouw niet dezelfde bestemming hebben, wordt de belasting als volgt vastgesteld:

  1. bepaling van het totale volume van het gebouw;
  2. bepaling van het volume van de gedeelten van het gebouw die bestemd zijn voor een woning;
  3. bepaling van het volume van de gedeelten van het gebouw die een andere bestemming hebben;
  4. vaststelling van de belastingbedragen voor de volumes verkregen onder de hierboven aangehaalde gevallen onder letters b) en c) met toepassing van de bedragen voorzien bij artikel 2.

Artikel 6:

Voor de wijziging van de bestemming of het gebruik, van een gebouw in het algemeen of van een deel van een gebouw, om er een nachtwinkel of een handelszaak wier hoofdactiviteit erin bestaat communicatieapparatuur tegen vergoeding ter beschikking te stellen, in onder te brengen, wordt een belasting van € 14.500,00 geïnd.

Artikel 7:

De belasting is verschuldigd door de begunstigde van de stedenbouwkundige vergunning.

Indien de stedenbouwkundige vergunning op naam van een onverdeeldheid vastgesteld is, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid vastgesteld, de eigenaars van de onverdeelde eigendom zijn solidair verantwoordelijk voor de betaling van de belasting.

Wanneer de begunstigde van de stedenbouwkundige vergunning een mede-eigendom is, is elke mede-eigenaar belastingplichtig volgens de aandelen die in de basisakte van het gebouw voorzien zijn (algemene reglement betreffende de mede-eigendom). Wanner geen aandeel is voorzien, zal de belasting verdeeld worden in verhouding met het kadastraal inkomen van elk gedeelte van het gebouw.

De opstalhouder, de bezitter, de vruchtgebruiker, de erfpachter en/of de eigenaar zijn solidair verantwoordelijk voor de betaling van de belasting evenwel met uitsluiting van de belasting voorzien in artikel 6.

De verkoop van het gebouw ontlast de vorige rechthebbenden niet van de betaling van de belasting.

Artikel 8:

§1: De vermoedelijke belasting die volgens artikelen 2 en 3 van onderhavig reglement wordt berekend moet in bewaring worden gegeven in handen van de Gemeenteontvanger voor het begin van de werken. De plannen bij de stedenbouwkundige vergunning bijgevoegd zullen slechts afgeleverd worden na ontvangst van dit bedrag.

Wanneer de rechten niet in bewaring gegeven worden, zal de belastingplichtige opgenomen worden in een kohier opgesteld overeenkomstig de beschikkingen van de ordonnantie van 3 april 2014.

De verschillen die in de bedragen worden vastgesteld na het beëindigen van de werken zoals is voorzien bij artikel 4 van dit reglement geven aanleiding tot het opstellen van een definitieve afrekening. Ieder niet verwezenlijkt volume, lager dan 50 m3, zal niet afgerekend worden.

Ten aanzien van de in bewaring gegeven bedragen, zal het eventueel teveel geïnde terugbetaald worden aan de rechthebbende binnen de twee maanden na de verzending van de definitieve afrekening.

§2: Het bedrag van de belasting voor de wijziging van de bestemming of het gebruik, van een gebouw in het algemeen of van een deel van een gebouw, om er een nachtwinkel of een handelszaak wier hoofdactiviteit erin bestaat communicatieapparatuur tegen vergoeding ter beschikking te stellen, in onder te brengen, moet gestort worden op het ogenblik van de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning.

Artikel 9:

De voorlopige gebouwen van enigerlei aard, zijn vrijgesteld van de belasting.

Worden als voorlopige gebouwen beschouwd, deze die afgebroken worden binnen een maximumtermijn van 1 jaar, te tellen vanaf het onderdak brengen. Eens deze termijn verstreken, worden zij aan de belasting onderworpen.

Artikel 10:

Wanneer het om gebouwen gaat die gebouwd, heropgebouwd, verbouwd of vergroot worden op een stuk grond dat gedeeltelijk op het grondgebied van Etterbeek en van een andere gemeente gelegen is, worden slechts belast voor het gedeelte dat op het grondgebied van Etterbeek gelegen is.

Artikel 11:

  1. Zijn van de belasting op het bouwen, het heropbouwen, het verbouwen en het vergroten vrijgesteld:
    • Het bouwen, het heropbouwen, het verbouwen en de vergrotingen van gebouwen of gedeelten van gebouwen die deel uitmaken van het openbaar domein van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Provincies, de Gemeenten, de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en de ondergeschikte besturen;
    • Het oprichten van gebouwen onder bescherming van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij voorzover deze binnen de perken blijven van het statutaire doel van bedoelde Maatschappij;
  2. Zijn vrijgesteld van de belasting op de wijziging van de bestemming of van het gebruik van een gebouw in het algemeen, of van een deel van een gebouw om er een nachtwinkel of een handelszaak wier hoofdactiviteit erin bestaat communicatieapparatuur tegen vergoeding ter beschikking te stellen, in onder te brengen:
    • -De instellingen die universele diensten verstrekken krachtens artikel 68 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en die hun hoedanigheid van operator kunnen bevestigen in de zin van artikel 75 van dezelfde wet.

Artikel 12:

Ieder belastingplichtige moet, op verzoek van het bestuur en zonder verplaatsing, alle boeken en bescheiden voorleggen die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de belasting.

De belastingplichtigen moeten eveneens de vrije toegang verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen, die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend, aan de ambtenaren die overeenkomstig artikels 5 en 6 van de ordonnantie van de 3de april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen

Tot particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben deze ambtenaren maar alleen toegang tussen vijf uur 's morgens en negen uur 's avonds, en mits machtiging van de politierechter.

Artikel 13:

Het kohier van de belasting wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar, door het College van Burgemeester en Schepenen wanneer de belasting niet in bewaring werd gegeven overeenkomstig artikel 8 par.1 van onderhavig reglement. De belastingen die in bewaring werden gegeven zullen als contante betalingen worden beschouwd.

De belasting wordt ingevorderd door de Gemeenteontvanger overeenkomstig de bepalingen vervat in de ordonnantie van 3 april 2014.

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014, en voor alles wat niet geregeld zou worden door onderhavig reglement, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek der Inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van het Wetboek, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen, alsook de gewestelijke bepalingen die verwijzen naar het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen of alle gewestelijke bepalingen betreffende de lokale fiscaliteit van toepassing.

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtige.

Artikel 14:

De geschillen worden geregeld in overeenstemming met de beschikkingen van het algemeen reglement die deze materie beheren.

Thématique