Artikel 1:
Er wordt vanaf 1 januari 2025 ten bate van de gemeente Etterbeek een belasting gevestigd in het geval dat een vrije vloot voortbewegingstoestel weggesleept wordt wegens de niet-naleving van artikel 5 van de politieverordening betreffende de vrije vloot deeltoestellen, met name wanneer een vrije vloot deeltoestel een gevaar vormt voor de andere gebruikers van de openbare ruimte wegens een zichtbaar technisch defect of in de hypothese dat deze het doorgangsgemak hindert.
Onder “vrije vloot deeltoestel” verstaat men de gemotoriseerde voortbewegingstoestellen in de zin van artikel 2.15.2, al. 1, 2° van de wegcode (KB van 1 december 1975 en latere wijzigingen).
Artikel 2:
De belasting is verschuldigd door de operator die het toestel bedoeld in artikel 1, alinea 2 in
gebruikt stelt.
Artikel 3:
De belasting wordt vastgelegd op € 115,00 per weggesleept voertuig
Artikel 4:
Het bedrag van de belasting kan ter kennis worden gebracht van de schuldenaar door een document waarin hij wordt uitgenodigd om de belasting binnen een termijn van 10 dagen te betalen, hetzij aan de gemeentekas, hetzij per overschrijving op een gemeentelijke bankrekening.
De betalingen verricht binnen de termijn uit alinea 1 worden als contante inningen beschouwd.
In geval van niet-betaling binnen de vastgelegde termijn of bij het ontbreken van een contant betalingsbericht wordt de belasting ingekohierd volgens de bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014.
Artikel 5:
Het kohier van de belasting wordt uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen en dat uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op het begrotingsjaar.
Artikel 6:
De belasting wordt ingevorderd door de gemeenteontvanger in overeenstemming met de bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De verzending
gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtige.
Artikel 7:
De geschillen worden geregeld in overeenstemmingen met de bepalingen van het algemeen reglement op dit gebied.
Met betrekking tot materiële fouten die voortvloeien uit dubbel geboekte posten, rekenfouten, enzovoort die te wijten zijn aan de ambtenaren van het gemeentebestuur, kan de belastingplichtige een rechtzetting vragen zolang de gemeenterekening waarop de belasting betrekking heeft niet werd goedgekeurd door de hogere overheid.